17de - begin 18de eeuw: verwoest
In het begin van de 17de eeuw leed Halle onder het geweld van de Tachtigjarige Oorlog. De tweede helft van de 17de eeuw was het gelukkig iets rustiger in onze streken.
Maar begin de 18de eeuw waren er de Successieoorlogen tussen Frankrijk en Spanje. Als gevolg van die oorlogen verwoestten de Fransen Halle in 1705-1706. Een deel van het Franse leger kampeerde ook een tijd in Halle en Zandhoven.
In 1719 werden de heerlijke rechten over Halle door de kleinkinderen van Adriaen Brouwerts verkocht aan kanunnik Godfried Fr. Ullens. (We kennen nu nog de Kanunnik Ullenslaan in Halle-Zoersel.) In 1693 waren de broers Frans Godfried, Jan-Baptist en Hendrik Ullens tot de adelstand verheven door koning Karel II als erkenning voor de diensten die door hun vader waren bewezen in het gevecht bij Kallo (1638).
De familie Ullens zou vanaf 1719 tot aan de afschaffing van de 'heerlijkheden' door de Franse bezetter de Heren van Halle leveren (Franciscus Godefridus tot 1738, nadien zijn neef Antonius Joannes tot 1783 en vervolgens diens zoon Josephus Antonius tot in 1799). De familie Ullens verkocht vele van haar eigendommen van Halle in 1789 aan Charles de Bosschaert. Op dat moment was Halle 1.000 hectare groot.
Halle wordt vermeld op een lijst van domeinen die vrijgesteld waren van betaling van de riddertol, op voorwaarde dat zij bijdroegen aan het onderhoud van de grachten van de stad Antwerpen.
In die periode werden veel gronden geschonken aan parochiekerken, abdijen, enzovoort. Zo komt het dat in Halle heel wat gronden toebehoren aan de voormalige Commissie voor Openbare Onderstand (nu ocmw) en de vroegere gods- of gasthuizen van de abdijen (kerkfabriek).