geschiedenis van Sint-Antonius

Sint-Antonius was vroeger beter bekend onder de oude naam Juxschot. In tegenstelling tot vandaag was Sint-Antonius (Juxschot) vroeger een gehucht. Het werd voor het eerst vermeld in 1443. De twee delen van deze naam zijn als volgt te verklaren:

  • Schot betekent een verzamelplaats voor dieren. Het was een omheinde plaats waar de dieren, die vrij rondliepen op de gemeenschappelijke heiden, 's avonds verzameld werden.
  • Juk zou de verkorting kunnen zijn van jukdieren, zoals ossen, koeien en ezels.

Juxschot wil dus zoveel zeggen als "beschutte plaats voor vee". 

Tot 1750 bestond het gehucht uit niet meer dan enkele boerderijen en woonden er minder dan 100 inwoners. Zij hadden zich gevestigd op het kruispunt van de oude wegen Antwerpen-Turnhout en Lier-Breda. Later veranderde de naam naar Sint-Antonius-Brecht, als onderdeel van de uitgestrekte gemeente Brecht. 

Pas na 1750, op het ogenblik dat de weg Antwerpen-Turnhout verhard werd, begon Sint-Antonius te groeien. In 1802 telde Sint-Antonius 180 inwoners, enkele kleine winkels en herbergen. Geleidelijk groeide Sint-Antonius verder uit langs de verkeersas Antwerpen-Turnhout. Na de Tweede Wereldoorlog, rond 1950, groeide het aantal inwoners snel.

De inwoners van Sint-Antonius hebben of hadden heel wat bijnamen.

  • Varkenskoppen: omwille van de lokale verering voor Sint-Antonius waarbij vroeger varkenskoppen werden geofferd.
  • Rakkers: omdat het er op dorpsfeesten weleens wild aan toe ging.
  • Houtmaaiers: vanwege allerlei houtambachten die er werden beoefend. 
  • Zot Sint-Teunes: omdat er vroeger een gesticht voor geesteszieken gevestigd was en er nu nog steeds een centrum voor psychiatrische behandeling aanwezig is.

Op 1 januari 1977 werd Sint-Antonius afgesplitst van Brecht en bij Zoersel gevoegd. 

De oudste vermelding van de Sint-Antoniuskapel van Juxschot dateert van 1492. Op kerkelijk gebied behoorde Sint-Antonius-Brecht tot de Sint-Michielsparochie van Brecht, vermoedelijk in de 13e eeuw opgericht door de Hertog van Brabant. Het behoorde tot het Bisdom Kamerijk in de aartsdekenij Antwerpen.

De parochie Sint-Antonius bleef lang sterk afhankelijk van de moederparochie Sint-Michiels in Brecht. Zo moesten tot in 1700 alle doopsels, huwelijken en begrafenissen in Brecht plaatsvinden. In 1842 werd de parochie zelfstandig. De namen van de kapelanen zijn sindsdien allemaal bekend.

Enkele jaren later, van 1850 tot 1854, werd een grotere Sint-Antoniuskerk gebouwd in neogotische stijl. De kerk werd al gauw te klein, dus werd in 1905 gestart met verbouwingen. Ook daarna veranderde het kerkgebouw nog verschillende keren.

Bij de aanvang van de Eerste Wereldoorlog in 1914 vernietigde het Belgische leger uit strategische overwegingen het kerktorentje. De huidige toren dateert van 1924. In 1948 werd het hekken voor de kerk verwijderd en aan de pastorij geplaatst. Ook het oude kerkhof moest verdwijnen. In 1979/80 werd de kerk nogmaals grondig verbouwd en gerestaureerd.