tweede verblijven

Alle tweede verblijven op het grondgebied van Zoersel worden jaarlijks belast. Een tweede verblijf is een private woongelegenheid:

  • waar niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters van Zoersel op 1 januari van het aanslagjaar;
  • die niet dient als hoofdverblijfplaats, maar wel ingericht en uitgerust is om op elk ogenblik gebruikt te worden.

Volgende gebouwen worden niet als tweede verblijf beschouwd:

  • lokalen uitsluitend bestemd voor het beoefenen van een beroepswerkzaamheid;
  • tenten, woonaanhangwagens, motorhomes;
  • verplaatsbare caravans, tenzij deze minstens zes maanden van het jaar opgesteld staan als woongelegenheid;
  • studentenhuizen en -kamers;
  • woongelegenheden die in het gemeentelijk register van verwaarlozing zijn opgenomen.

Ben je eigenaar van een tweede verblijf op 1 januari van het dienstjaar, dan ben je dat jaar belastingplichtig.

Als het tweede verblijf in vruchtgebruik of erfpacht is, of recht van opstal van toepassing is, zal de belastingplichtige de respectievelijke vruchtgebruiker, erfpachthouder of opstalhouder zijn.

Je moet je tweede verblijf zelf aangegeven bij de dienst financiën via onderstaande rode knop 'aangeven tweede verblijf'.

Als je vergeet de aangifte te doen voor de woongelegenheid wordt er een leegstandsonderzoek gestart. Meer informatie over leegstaande gebouwen (en de belasting hierop) vind je hier.

De belasting wordt berekend aan de hand van de bebouwde vloeroppervlakte* van het tweede verblijf.

  • € 300 per jaar voor een vloeroppervlakte tot en met 80 m²
  • € 500 per jaar voor een vloeroppervlakte van meer dan 80 m²

* de bebouwde vloeroppervlakte = de bebouwde oppervlakte van het perceel (zonder losstaande bijgebouwen) x het aantal verdiepingen

tweede verblijf aangeven