levensverhaal
De adellijke Godelieve werd geboren in de elfde eeuw (1045) in Noord-Frankrijk. Zij werd uitgehuwelijkt aan de Vlaamse edelman Bertram (of Bertolf) van Gistel. Ze had geen gelukkig huwelijk met hem en haar schoonmoeder hitste haar zoon tegen Godelieve op. Godelieve werd door haar man mishandeld en uiteindelijk verbannen naar de hoeve van haar schoonmoeder, waar ze nog slechter werd behandeld dan het dienstvolk.
Ze had op een dag de opdracht gekregen om de kraaien van de velden te houden. Ze ging echter liever naar de kerk en beval de kraaien om in de schuur te blijven tot ze terug was en die deden dat ook.
Op 6 juli 1070 werd Godelieve door haar man en twee dienaren gewurgd, op aanraden van zijn moeder. Daarna werd ze in een put geworpen. Haar man kreeg later spijt van zijn daad en trok zich terug in een klooster.
De legende vertelt dat een blind meisje haar ogen waste met het putwater waarin Godelieve werd geworpen. Het meisje kon onmiddellijk terug zien.
De heilige Godelieve ligt begraven in het Vlaamse plaatsje Gistel. Er wordt tot haar gebeden bij echtelijke ruzies en bij oogziekten. Ook mannen met een moeilijke schoonmoeder doen beroep op haar.
De feestdag van de heilige Godelieve valt op 6 juli.