verhaal
Martha woonde samen met haar zus Maria en haar broer Lazarus in Bethanië, een plaatsje op de weg van Jeruzalem naar Jericho. Ze waren vrienden van Jezus Christus en ontvingen hem regelmatig in hun huis. Ze gaven hem dan met plezier onderdak en voedsel. Jezus was hier was altijd welkom en voelde zich er thuis.
Op een dag was Jezus weer op weg naar Jerzalem en hield halt bij zijn vrienden in Bethanië. Terwijl Martha druk bezig was om Jezus te bedienen, zat Maria naast hem om naar hem te luisteren. Martha deed daarop haar beklag bij Jezus, omdat haar zus haar niet hielp in de keuken. Maar Jezus wijst Martha terecht, omdat zij teveel bezig is met tijdelijke en materiële zaken. Terwijl Maria, door naar hem te luisteren, koos voor zijn geestelijk welzijn dat noodzakelijk is voor het eeuwig geluk.