procedure
creatie van een zorgwoning
Als je een zorgwoning gaat inrichten binnen het bestaande bouwvolume, moet je dit aan ons melden, ongeacht of je werken aan de woning uitvoert. Dit kan online via het omgevingsloket of door contact op te nemen via de gegevens in het contactblok.
Als je ook het bouwvolume uitbreidt, dan heb je altijd een omgevingsvergunning nodig.
domicilie
Zodra de nieuwe inwoners in de zorgwoning trekken, moeten ze hun nieuwe domicilie aan ons melden.
Als je aan de voorwaarden voldoet, registreren we in het bevolkingsregister dat jouw woning een zorgwoning is. Alle instanties die gebruik maken van de gegevens van het Rijksregister zijn zo ook op de hoogte van je woonsituatie en houden hiermee rekening voor bijvoorbeeld de berekening van een premie of uitkering.
Er wordt geen bijkomend huisnummer aangemaakt voor de nieuwe wooneenheid. Beide gezinnen zijn op hetzelfde adres gedomicilieerd, maar de zorgwoning krijgt wel een aparte code in het register (Z-code).
beëindigen van de zorgsituatie
Als een bestaande zorgwoning, na het beëindigen van de zorgsituatie, terug gebruikt wordt voor de huisvesting van één gezin, dan moet je dit opnieuw aan ons melden. Dit doe je opnieuw online via het omgevingsloket of door contact op te nemen via de gegevens in het contactblok.
Wil je de zorgwoning, na het beëindigen van de zorgsituatie, gebruiken voor de huisvesting van verschillende gezinnen of alleenstaanden, dan moet je hiervoor een omgevingsvergunning aanvragen.