maak je klaar voor Band Marginal op Parkplezier
Vanavond is het de beurt aan Band Marginal om - samen met jou - uit de bol te gaan op het podium van Parkplezier in Halle. Kleurrijk, eigenzinnig en altijd een tikje marginaal: Band Marginal betreedt al twee decennia menig Vlaams podium en is nog lang niet uitgezongen. We spraken met Johan Kaers en Dave Simons over deze bonte bende vrienden.
Heren, leg voor de enkeling die jullie nog niet kent eens uit wie Band Marginal is.
Dave (één van de drie leadzangers): Wel, wij zijn een coverband die geen enkel genre uit de weg gaat, van net op het randje van metal, over disco tot ‘verrockte’ schlagers. Wij willen onze toeschouwers meepakken in een beleving. We willen dat ze eventjes alles vergeten en meegezogen worden in zowel het muzikale als het visuele aspect van onze optredens.
Johan (bassist): Om die reden zijn wij ook altijd verkleed: in de stijl van de muziek, bv. eighties, of in functie van ons alter ego. Ieder van ons zet verschillende typetjes neer en daarbij hoort ook telkens een andere outfit. We wisselen doorheen de show dus voortdurend van kledij.
Duidelijk de sleutel tot succes, want jullie vieren dit jaar jullie twintigjarig bestaan! Hoe zijn jullie indertijd gestart?
Dave: Wij hebben elkaar leren kennen in jeugdhuis Zoezel. Daar werd ieder jaar ‘Bal Marginal’ georganiseerd. Naar aanleiding daarvan werd er een gelegenheidsbandje samengesteld. Bedoeling was om eenmalig op te treden, maar het viel blijkbaar in de smaak, want we kregen nadien nog heel wat aanvragen. Zo is de bal aan het rollen gegaan en nooit meer gestopt. Intussen zijn we twintig jaar verder en zijn nog steeds vier van de acht leden, waaronder wij twee, er sinds het prille begin bij.
Wat is de grootste uitdaging om als band te blijven bestaan na al die jaren?
Johan: Het wordt steeds moeilijker om goede gitaarmuziek te vinden. Dat merk je ook aan de headliners op festivals: dat zijn heel vaak rockbands die al twintig jaar of langer bestaan. Het aanbod nieuwe gitaarmuziek is dus maar mager, en laat dat nu net de kern zijn van ons bestaan.
Dave: Een andere uitdaging is om steeds alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. Ieder van ons heeft zijn eigen artistieke mening en dat botst wel eens, maar dat is ok. We kunnen eerlijk ons gedacht zeggen, want in the end willen we gewoon allemaal hetzelfde: een topshow neerzetten. De toewijding en gedrevenheid van alle bandleden is enorm!
Jullie maakten in die twintig jaar ongetwijfeld de zotste dingen mee.
Johan: Ik herinner me nog levendig een optreden in het park van Halle, waar het misliep met een vuurpijl die in een gitaar schoot in plaats van weg ervan. Gevolg: gitaar - en bij uitbreiding ook de gitarist - in brand, maar gelukkig zonder erg.
Dave: Of die keer in Brecht, toen plots de techniek uitviel tijdens een cover van de Simple Minds. Duizenden mensen in de tent bleven verder zingen ‘la, lalalalaa, lalalalaa’, totdat de techniek hersteld was en wij terug konden inpikken. Een overgetelijk moment!
Jullie doen er toch nog twintig jaar bij, hoop ik?
Johan: Vroeger dacht ik dat ik het rond mijn veertigste wel gehad zou hebben, maar ik ben intussen 46 en denk nog lang niet aan stoppen.
Dave: Ik durf ook zeggen dat we beter zijn dan ooit! Zolang we uitkijken naar de shows en met evenveel goesting op het podium staan als nu, zie ik geen reden om te stoppen.
Hebben jullie nog bepaalde ambities of dromen?
Dave: We zouden heel graag eens op één van de grotere festivals spelen. Met een plekje op één van de zijpodia zijn we al heel gelukkig, hoor! De Lokerse Feesten, Pukkelpop of Graspop mogen ons dus altijd bellen!
Johan: Maar eerst geven we er vrijdag 18 juli nog een lap op tijdens Parkplezier! Hopelijk zien we jullie massaal daar.